De eerste zoen!

Ergens in de jaren 80…

Op onze dagelijkse ritjes naar de middelbare school tijdens onze lange gesprekken is het idee geboren. We kletsen en fietsen niet hard. Met een gemiddelde van 12 kilometer per uur fietsen we er ongeveer een uur over. Heen en terug. Samen als dikke vriendinnen, nou ja dik? Soms ook niet hoor, dan hebben we ruzie om tja, waar ging het eigenlijk over? Dan fiets ik een andere route dan Petra.
Maar vandaag niet, vandaag zijn we weer dikke maatjes. We hebben allebei een gigantische appel in ons hand, die we stiekem gepikt hebben uit een appelboomgaardje onderweg. En geloof me, dan smaakt die alsof het de appel uit het paradijs is. We zijn inmiddels allebei veertien jaar geworden en mogen aanstaande zaterdag eindelijk naar de discotheek.
Fiona uit onze klas heeft het al een keer gedaan en dat heeft ze vandaag in de kantine uitvoerig verteld. Ze heeft gezoend, gezoend met tongen om precies te zijn. Als ik er aan denk, krijg ik er nog steeds een beetje kippenvel van. Zo smerig, maar toch, het maakt me nieuwsgierig.
Volgens Petra moet het heerlijk zijn. Zij wil dit toch wel heel graag en ziet aanstaande zaterdag als een uitgelezen kans om dit ook mee te maken.
‘Met wie dan?’ vraag ik haar onnozel. Nou gewoon met een jongen die ik leuk vind. ‘Ja,
maar je kunt toch niet zo maar op iemand afstappen en hem op zijn bek pakken?’ zeg ik stoer.
‘Nee, natuurlijk niet. Ik moet hem wel heel leuk vinden. Ik denk dat me dat wel gaat lukken, ik ben er aan toe,’ zegt ze overtuigd.
Omdat ik natuurlijk niet wil achterblijven en eigenlijk alles in het leven momenteel als een wedstrijd zie, besluit ik ook te willen tongen.
‘Ik daag je uit! zeg ik stoer. ‘Wie het eerste gezoend heeft, hoeft een week lang geen appels te pikken.’
Het pikken van de appels is best een spannende bezigheid. De boomgaard is niet altijd goed te overzien. En soms is er iemand in de boomgaard aan het werk. Dus we moeten snel te werk gaan.
Eén houdt de fietsen vast en de ander rent de boomgaard in, plukt als een gek twee grote appels en rent zo hard als ze kan weer terug. Daarna springen we op onze fiets en we racen samen hard weer verder.
Een enkele keer is het al mis gegaan, dat er ineens een boer vanachter een paar bomen tevoorschijn kwam. Nou dan zit je hart in je keel. Als geraakt door de bliksem, renden we voor ons leven en fietsten de eerste twee kilometer met een gang van vierentwintig kilometer per uur door naar huis.
Of die keer dat ik struikel over een pol lang gras waardoor ik languit in het gras belandt met de appels nog in mijn handen. Petra plaste zowat in haar broek van het lachen. Mijn moeder vond het iets minder grappig dan wij op dat moment, want ik had een enorme vlek op mijn nieuwe witte T-shirt.
Natuurlijk pikten we niet iedere dag een appel, soms was het een peer. De peren waren ook heel lekker maar nog wat moeilijker te bemachtigen. Daarvoor moesten we over een flinke greppel springen. Als het flink geregend had dan kon hier nog weleens water in staan. Dat maakte de uitdaging nog iets groter.

Maar goed, Petra ging de zoenuitdaging aan.
‘Ik denk dat ik toch ga winnen, want ik denk dat ik er meer aan toe ben dan jij,’ zegt Petra
wat zelfingenomen. Dat maakt voor mij de drang om deze wedstrijd te winnen nog groter.
Eindelijk is het zover…
Om acht uur worden we weggebracht door één van onze ouders. Fiona, Ursula, Petra en ik stappen in onze mooiste spijkerbroek met T-shirt uit bij de discotheek in een naburig dorpje. De zenuwen gieren door me keel en ik ben ontzettend druk, net als de andere meiden. We kletsen en lachen wat af. De vader van Fiona is duidelijk opgelucht als we uitstappen. Fiona krijgt nog een waarschuwing mee, dat ze voorzichtig moet doen en als er wat is, in het café naar huis moet bellen. Een mobiele telefoon hadden we nog niet.
We stappen de discotheek binnen en er zijn naar schatting nog geen tien mensen binnen. Maar met een happy hour om negen uur, moet dat goed komen. En binnen een uur is het inmiddels gezellig druk. We dansen, kletsen en drinken een frisdrank. Ik kijk wat om me heen, wat al best spannend is, maar die wedstrijd he. Het zal me toch niet gebeuren dat ik ga verliezen.
Ik maak oogcontact met een jongen die tegen de muur staat geleund. Hij blijft geïnteresseerd kijken en ik kijk een paar keer snel zijn kant op. Mijn hart klopt als een bezetene. Kom op Juul, stel je niet aan, stoer kijken, spreek ik mezelf in gedachten toe.
Ik moet naar het toilet en loop langs hem heen naar de deur toe.
‘Hoi,’ ik ben Tim.
‘Hoi!’ ik ben Julia. En ik loop langs hem heen de deur uit. Ik vlucht de toiletruimte in en spat bijna uit elkaar van de spanning. Fiona komt achter me aan en giebelt het uit.
‘He, die Tim ziet jou wel zitten hoor!’ zegt ze lachend. Mijn hoofd kleurt rood en vlucht gauw de wc in. We besluiten even naar de frietzaak te lopen om een patatje met te scoren. Terwijl ik wacht, komt er een oudere jongen met lange donkere haren, twee tattoos op zijn armen, een spijkerbroek, zwart T-shirt en stoere motorlaarzen. Hij kijkt me aan en knipoogt. Ik smelt van binnen, maar deze jongen is natuurlijk veel te oud voor mij.
Hij is aan de beurt om te bestellen.
‘Eén berepoat met pindasaus,’ zegt hij stoer, in een plat dialect. Ik geniet stiekem van deze droomvent, mijn liefde voor foute mannen is hier ontstaan, denk ik. Zijn stoere mannelijke uiterlijk laat mijn kleine hartje sneller kloppen. We eten ons frietje op en ik zie op de klok dat het al half twaalf is. Mijn
moeder komt ons om twaalf uur al ophalen. De tijd is voorbij gevlogen.
Fiona is in gesprek geraakt met een andere vriendin en ik besluit weer terug te lopen naar de discotheek. Onderweg kom ik Tim en zijn vrienden tegen. Tim stopt en zijn vrienden lopen door naar de frietzaak. Tim is ook heel verlegen wat een ongemakkelijke situatie geeft. Hij komt dichterbij me staan en pakt me bij de schouders. Ineens besef ik dat dit mijn kans is om de wedstrijd te winnen. Ik sluit mijn ogen, voel zijn lippen, ik open mijn mond en ineens komt er een grote ruwe tentakel als van een octopus mijn mond in, op zoek naar mijn kauwgompje wat ergens achter mijn kies verborgen zit. De tentakel draait wild rond in mijn mond waarbij het speeksel langs mijn wang druipt.
Zo gauw als het begon, is het ook afgelopen.

‘Ik word zo opgehaald,’ zeg ik nog wat overdonderd, terwijl ik de neiging om mijn mond af te vegen ernstig probeer te onderdrukken.
‘Zie ik je volgende week weer?’ vraagt Tim met een grote glimlach.
‘Ja, misschien. Ik weet nog niet of we dan wel mogen,’ mompel ik wat zenuwachtig.
‘Tot dan! Ga ik nu gauw naar mijn vrienden om een broodje frikandel te eten.’
‘Oke!’ Ik draai me om en loop snel verder en veeg snel mijn mond af.
‘Zag ik het goed? Stond jij daar te zoenen?’ Petra is uitzinnig. ‘Hoe was het?’ vraagt ze
nieuwsgierig.
‘Ja, dat klopt!’ zeg ik trots.
‘Heerlijk! Echt super!’

In de auto op de terugweg voel ik in gedachten nog de tentakel in mijn mond draaien. Het bezorgt me nog kippenvel en ik vraag me af of dit ooit nog beter wordt. Voor mij voorlopig geen tongzoen meer.